Kleur bekennen

ERLINDE STEPHANUS·VRIJDAG 20 APRIL 2018

Het is al een tijd aan de gang. Lamlendig en alles voor me uitschuiven. Steeds maar hopen dat de inspiratie en mijn eerder zo grote daadkracht met de dag weer zullen terugkomen. Het tegendeel is echter waar. Ik lijk steeds grotere moeite te hebben met het ‘doen’ van de dagelijkse dingen, laat staan dat ik fatsoenlijk een kwast in mijn hand kan houden. Het is alsof ik door een pot met stroop worstel door mijn bestaan. De post draagt er ook geen positieve bijdrage aan; belastingformulieren en rekeningen vullen mijn brievenbus waar ik mijn hoofd over zou moeten buigen. Ik kijk er naar en leg het te lang naast me neer. Het onlangs gebeurde energie-debacle heeft het laatste restje energie gekost. Dat zou je niet zeggen als je me voorbij ziet fietsen, fier rechtop en mijn hondje Lizzy voorop in haar mandje, op weg naar weer een wandeling in het nabijgelegen natuurgebiedje. Broodnodig, om bij te tanken, rust te creëren in mijn overvolle hoofd. Want... wat vergeet ik veel. Niet voor niets heb ik onlangs een Alzheimer-test ondergaan. Gelukkig was de uitslag negatief en positief voor mij.

Ik werd zo gelukkig van schilderen. Het gaf me kracht en ontspanning. Nu sta ik te zweten achter een doek en mis alle motivatie. Moedeloos en geef het op. De onafgemaakte doeken kijken me verwijtend in de slaapkamer aan als ik in mijn bed lig. Snel doe ik het licht uit en hoop dat de volgende dag mij inspiratie zal brengen. Helaas. Bij het wakker worden voel ik hetzelfde loodzware gevoel om mezelf nuttig te maken die dag. Inschrijving voor een wooncoöperatie is een crime. Gemeentelijke paperassen opvragen, verhuurdersverklaring en bij de belastingdienst het jaarinkomen opzoeken, het zijn simpele dingen. Niet voor mij op het ogenblik. Maar ik doe het, want ik heb dringend een huis nodig met meer ruimte zodat ik hopelijk de vrijheid voel om weer te gaan schilderen. Een huis met minimaal twee slaapkamers, het liefst drie, zodat mijn jongste kind eventueel bij me kan wonen en ik een extra slaapkamer kan inrichten tot atelier. En een tuin(tje). Het lijkt teveel gevraagd want hier in Winschoten zijn er nauwelijks sociale huurwoningen die vrij komen. Vaak zijn er dertig reacties op een huis waar men voor uitgeloot wordt. Dus kijk ik naar omliggende dorpen, waar ik verder niemand ken, maar waar ik wél voor een huisje in aanmerking kom. Ik ga er kijken, jazeker, maar zal dan eerst voor een intakegesprek naar de woningbouwvereniging langs moeten gaan. Men wil me zien, kennismaken en alle papieren die ik inmiddels heb verzameld zal overhandigen aan hen.

Ondanks ik niet uit Winschoten weg wil, moet ik een keuze maken wil ik niet ondergaan in het gevoel opgesloten te zitten hier, in het appartement waar ik nu woon. Het is er netjes en de mensen vriendelijk, maar het gebrek aan ruimte om mijn creativiteit weer te laten opbloeien maakt dat ik me hier vleugellam voel. Ik heb altijd gezegd dat ik zelfs op een toilet zou kunnen schilderen, maar daar ben ik door de ervaringen van afgelopen drie jaar op teruggekomen. Ik heb toch meer ruimte nodig, vooral in mijn hoofd. Onlangs heb ik een geweldig mooie en lieve aanbieding gehad; bij bevriende galeriehouders hier in Winschoten kan ik ruimte krijgen om er te schilderen en zelfs exposeren. Maar waarom onderneem ik dan geen actie om al mijn spullen er heen te brengen? Wat houdt me tegen? Het is alwéér het verhuizen van alle potten verf, schilderijen en alles wat een kunstenaar nodig heeft om te kunnen werken. En de angst, dat ik tot niets toe in staat ben op het ogenblik. Dat er van me wordt verwacht dat ik weer spetterend vrolijke doeken onder mijn handen vandaan kan toveren, zoals eerder. En... dit klinkt verwend, schilder ik het liefst in mijn eigen omgeving. Dan kan ik gaan en staan, ongezien schilderen met mijn koptelefoon op mijn oren met muziek waar ik op dat moment behoefte aan heb, even met de hond naar buiten om later opgefrist weer verder te werken aan dat met waar ik mee bezig was. Vrijheid. Die vrijheid heb ik blijkbaar nodig om weer normaal te kunnen functioneren. Zodanig dat ik weer doen kan waar ik goed in ben. Dat ik hopelijk me kan onttrekken uit de Bijstand op den duur. Me weer zelfstandig voelen in plaats van een hopeloos geval. Mijn positiviteit weer de boventoon gaat voeren, iets wat me altijd overeind gehouden heeft in mijn toch wel zeer turbulente leven.

Ik moest dit even kwijt. Mijn vrienden en de mensen om me heen ben ik dankbaar voor wie ze zijn en de hulp en vriendschap die ze bieden. Maar mijn benen zullen mezelf moeten dragen, ook op de dagen dat ik het even niet meer zie zitten. Morgen is er weer een andere dag en op dit ogenblik schijnt de zon als nooit te voren. Vandaag beken ik sombere kleuren en hoop binnenkort op vrolijk zonnige...